werkkleren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkkleren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- werk·kle·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk zn en kleren zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | - | werkkleren |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de werkkleren mv [2]
- (kleding) (stevige) kleding waarmee men kan werken
Gangbaarheid
- Het woord werkkleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.