werkspoor
| Niet te verwarren met: Werkspoor |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkspoor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- werk·spoor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk zn en spoor zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | werkspoor | werksporen |
| verkleinwoord | werkspoortje | werkspoortjes |
Zelfstandig naamwoord
het werkspoor o [1]
- (spoorwegen) tijdelijk (smal)spoor dat is aangelegd in verband met bepaalde werkzaamheden
Gangbaarheid
- Het woord werkspoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.