woordblind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woordblind    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woord·blind
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen woordblindwoordblinderwoordblindst
verbogen woordblindewoordblinderewoordblindste
partitief woordblindswoordblinders-

Bijvoeglijk naamwoord

woordblind

  1. (psychologie) lijdend aan woordblindheid
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord woordblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be