woordgeslacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woordgeslacht    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • woord·ge·slacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woordgeslacht woordgeslachten
verkleinwoord woordgeslachtje woordgeslachtjes

Zelfstandig naamwoord

hetwoordgeslachto

  1. (taalkunde), klasse van een naamwoord, bepalend voor de keuze van het lidwoord, de verbuiging van toegevoegde bijvoeglijke naamwoorden en de vervanging door voornaamwoorden
    • Het woordgeslacht van "boek" is onzijdig (het boek, het wordt veel verkocht), dat van "soep" is vrouwelijk (de soep, zij brandt aan) en dat van "computer" is mannelijk (de computer, hij staat heel de tijd aan). 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord woordgeslacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.