zachtzinnig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zachtzinnig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zacht·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | zachtzinnig | zachtzinniger | zachtzinnigst |
| verbogen | zachtzinnige | zachtzinnigere | zachtzinnigste |
| partitief | zachtzinnigs | zachtzinnigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zachtzinnig
- niet al te ruw, de dingen ontziend
- Hij is wel érg zachtzinnig, hoor.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zachtzinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zachtzinnig" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be