zijspan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijspan (hulp, bestand)
- IPA: /'zɛɪspɑn/
Woordafbreking
- zij·span
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zijspan | zijspannen |
| verkleinwoord | zijspannetje | zijspannetjes |
Zelfstandig naamwoord
het zijspan o
- (verkeer) karretje dat naast een motorfiets bevestigd is voor het vervoer van een passagier
- Hij reed een motor met zijspan.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zijspan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijspan" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be