zuidzijde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zuidzijde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zuid·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidzijde zuidzijden
zuidzijdes
verkleinwoord zuidzijdetje zuidzijdetjes

Zelfstandig naamwoord

dezuidzijdev/m

  1. de zijde die in het zuiden ligt.
    • Aan de zuidzijde van het bos bevindt zich een parkeerplaats. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zuidzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be