Äffchens

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈɛfçəns/
Woordafbreking
  • Äff·chens

Zelfstandig naamwoord

Äffchens o

  1. genitief enkelvoud van Äffchen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.