étroit

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  étroit    (hulp, bestand)
  • IPA: /etʁwɑ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Oudfrans estreit, estroit, uit Latin strictus. [1]
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   étroit étroits
  vrouwelijk   étroite étroites

Bijvoeglijk naamwoord

étroit

  1. smal, nauw
    C'est un chemin étroit. Het is een smalle weg.
  2. (figuurlijk) beperkt
  3. (figuurlijk) bekrompen (van denkbeelden)

Verwijzingen

  1. Weblink bron étroit in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.