窃盗

Japans

Uitspraak
  • IPA: \set.toː\, [se̞t̚to̞ː]
Woordherkomst en -opbouw
  • 窃 (diefstal) + 盗 (stelen)

Zelfstandig naamwoord

窃盗

  1. diefstal
    «窃盗を働いた。»
    Hij heeft een diefstal begaan.
Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. 窃取
  2. 偸盗
  3. 略奪
  4. 掠奪
  5. 窃盗罪
  6. 盗取
Verwante begrippen
  1. 盗み het stelen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.