36-jarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: 36-jarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛsənˌdɛrtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- 36-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 36-jarig |
verbogen | 36-jarige |
partitief | 36-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
36-jarig
- 36 jaren durend
- Gedurende dit 36-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 36 jaar
- Bij de brand viel helaas een 36-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
- 36-jarige zn
Gangbaarheid
- Het woord '36-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.