37-jarig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  37-jarig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzevənənˌdɛrtəxˌjarəx/ (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenendertigjarig': /ˈzøvənənˌdɛrtəxˌjarəx/
Woordafbreking
  • 37-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van 37 en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen 37-jarig
verbogen 37-jarige
partitief 37-jarigs

Bijvoeglijk naamwoord

37-jarig

  1. 37 jaren durend
    • Gedurende dit 37-jarig tijdperk heerste er vrede. 
  2. met de leeftijd van 37 jaar
    • Bij de brand viel helaas een 37-jarig slachtoffer. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord '37-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.