49-jarig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  49-jarig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈneɣənənˌfertəxˌjarəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • 49-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van 49 en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen 49-jarig
verbogen 49-jarige
partitief 49-jarigs

Bijvoeglijk naamwoord

49-jarig

  1. 49 jaren durend
    • Gedurende dit 49-jarig tijdperk heerste er vrede. 
  2. met de leeftijd van 49 jaar
    • Bij de brand viel helaas een 49-jarig slachtoffer. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord '49-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.