Harry's

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Harry's    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑris/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Har·ry's
Woordherkomst en -opbouw
  •  Harry en  met de uitgang -s

Eigennaam

Harry's

  1. genitief mannelijk enkelvoud van Harry
     Harry’s vrouw wilde bij hem weg (en is dat inmiddels ook).[1]

Harry's

  1. meervoud van Harry
     Handige Harry’s kwamen met de eerste merchandise (mondkapjes met walvismetro-opdruk, een snijplank met daarop de walvismetro).[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'Harry's' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Merel Thie
    “Met piepende banden reed hij achteruit” (24 augustus 2020) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Arjen van Veelen
    “Gun jezelf het geloof in wonderen” (20 december 2020) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.