Kirchen
Duits
Uitspraak
- Geluid: Kirchen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkɪrçn̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈkɪrçən/
Woordafbreking
- Kir·chen
Zelfstandig naamwoord
Kirchen mv
- nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Kirche
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.