Schloss

Duits

Zelfstandig naamwoord

Schloss o

  1. slot, mechanisme waarmee in combinatie met een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten
  2. (bouwkunde) slot, burcht
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.