aafstaon
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈaːfstɔːn/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van staon met het voorvoegsel aaf-.
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aafstaon |
sting aaf, stóng aaf |
aafgestange |
klasse 8 | volledig |
Werkwoord
aafstaon
- (Hooglimburgs) afstaan
- (Hooglimburgs) niet toestaan
- (Hooglimburgs) zich afgunstig opstellen ten opzichte van iemand
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.