aanbelangde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbelangde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambəˌlaŋdə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·be·lang·de

Werkwoord

vervoeging van
aanbelangen

aanbelangde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanbelangen
    • ... dat ik aanbelangde. 
    • ... dat jij aanbelangde. 
    • ... dat hij, zij, het aanbelangde. 
  2. verbogen vorm van aanbelangd, voltooid deelwoord van aanbelangen

Gangbaarheid

  • Het woord aanbelangde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.