aanbetaalt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbetaalt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambəˌtalt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·be·taalt

Werkwoord

vervoeging van
aanbetalen

aanbetaalt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbetalen
    • ... dat jij aanbetaalt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbetalen
    • ... dat hij aanbetaalt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanbetaalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.