aanbidders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbidders    (hulp, bestand)
  • IPA: /amˈbɪdərs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·bid·ders

Zelfstandig naamwoord

deaanbiddersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbidder
     Ze heeft je blijkbaar weer opgenomen in de kring van haar aanbidders.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord aanbidders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

aanbidders mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanbidder
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.