aanbond
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbond (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambɔnt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bond
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbinden |
aanbond
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanbinden
- ... dat ik aanbond.
- ... dat jij aanbond.
- ... dat hij, zij, het aanbond.
- ... dat ik aanbond.
Gangbaarheid
- Het woord aanbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.