aanboorde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanboorde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambordə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·boor·de

Werkwoord

vervoeging van
aanboren

aanboorde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanboren
    • ... dat ik aanboorde. 
    • ... dat jij aanboorde. 
    • ... dat hij, zij, het aanboorde. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanboorde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.