aandijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aandijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·dijk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aandijken |
aandijk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandijken
- ... dat ik aandijk.
Gangbaarheid
- Het woord aandijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.