aaneenkoppelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneenkoppelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈenkɔpələ(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·een·kop·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aaneenkoppelen
koppelde aaneen
aaneengekoppeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aaneenkoppelen

  1. overgankelijk tot een nieuw geheel samenkoppelen
    • Het aaneenkoppelen van aminozuren tot eiwitverbindingen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneenkoppelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.