samenstelling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenstelling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsamə(n)ˌstɛlɪŋ/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sa·men·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord samenstelling samenstellingen
verkleinwoord samenstellinkje samenstellinkjes

Zelfstandig naamwoord

desamenstellingv

  1. de onderdelen waaruit iets bestaat
    • In de analytische chemie richt men zich op het bepalen van de samenstelling van een materiaal. 
  2. (taalkunde) een woord dat gevormd is door twee of meer onafhankelijke woorden aan elkaar te koppelen
    • Huisdeur is een samenstelling van de woorden huis en deur. 
    • Een samenstelling waarin het eerste lid een aantal nevengeschikte elementen bevat die binnen de context van het woord een geheel vormen, wordt niet als een samentrekking van twee afzonderlijke samenstellingen beschouwd, maar als een samenstelling met een meerledig eerste lid. Als zodanig wordt het aan elkaar geschreven, waarbij de elementen die het eerste lid vormen worden gescheiden door koppeltekens. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • samenstellingstekening, samenstellingsverklaring, samenstellingverklaring
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord samenstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.