aangaap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangaap (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣap / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·gaap
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangapen |
aangaap
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangapen
- ... dat ik aangaap.
Gangbaarheid
- Het woord aangaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.