aangord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangord (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣɔrt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·gord
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangorden |
aangord
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangorden
- ... dat ik aangord.
Gangbaarheid
- Het woord aangord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.