aanhield

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhield    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanhilt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·hield

Werkwoord

vervoeging van
aanhouden

aanhield

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanhouden
    • ... dat ik aanhield. 
    • ... dat jij aanhield. 
    • ... dat hij, zij, het aanhield. 
     Ze was een menselijke bulldozer die een rechte lijn aanhield.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord aanhield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.