aanjaag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanjaag (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɲjax / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·jaag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanjagen |
aanjaag
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanjagen
- ... dat ik aanjaag.
Gangbaarheid
- Het woord aanjaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.