aanjoegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanjoegen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɲjuɣə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·joe·gen

Werkwoord

vervoeging van
aanjagen

aanjoegen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanjagen
    • ...dat wij aanjoegen. 
    • ...dat jullie aanjoegen. 
    • ...dat zij aanjoegen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord aanjoegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.