aankak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɲkɑk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·kak

Werkwoord

vervoeging van
aankakken

aankak

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankakken
    • ... dat ik aankak. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aankak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.