aanlaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlat/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·laat

Werkwoord

vervoeging van
aanlaten

aanlaat

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlaten
    • ... dat ik aanlaat. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlaten
    • ... dat jij aanlaat. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlaten
    • ... dat hij aanlaat. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanlaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.