aanlegt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlegt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlɛxt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·legt

Werkwoord

vervoeging van
aanleggen

aanlegt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
    • ... dat jij aanlegt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
    • ... dat hij aanlegt. 
     'Is er ergens iemand op deze planeet die het er niet op aanlegt zijn politieke opvattingen op mij uit te proberen?' 'Nee,' is het korte antwoord van de ideale geliefde.[1]
     Dode vliegen van de vensterbank vegen? Snel even haar e-mails checken? Nog wat gedachten over de productlancering voor FAIRkleding opschrijven? Of op YouTube kijken hoe je groentebedden aanlegt? Stop.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord aanlegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.