aanmakertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmakertje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanmakərcə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ma·ker·tje

Zelfstandig naamwoord

hetaanmakertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanmaker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.