aanneembaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanneembaar (hulp, bestand)
- IPA: / aˈnembar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·neem·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanneembaar | aanneembaarder | aanneembaarst |
verbogen | aanneembare | aanneembaardere | aanneembaarste |
partitief | aanneembaars | aanneembaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanneembaar
- waarschijnlijk, zonder verder onderzoek als waarheid kunnen aannemen
- De laatste acht jaar nemen zij puur cosmetische ingrepen zelden meer op in hun pakket; cliënten die een vergoeding krijgen moeten ernstige psychische klachten hebben. Voor psychisch lijden bestaat geen ijzeren richtlijn, maar ZAO in Amsterdam betaalt alleen nog uit als de client in psychotherapie is en aanneembaar kan maken dat zijn of haar geestelijke gesteldheid er met zo'n ingreep op vooruit gaat - bijvoorbeeld als een littekenoperatie de behandeling van een mishandelde patiënt kan bespoedigen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanneembaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Danielle Pinedo NRC 24 januari 1998
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.