aanpapt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpapt    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈampɑpt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·papt

Werkwoord

vervoeging van
aanpappen

aanpapt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpappen
    • ... dat jij aanpapt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpappen
    • ... dat hij aanpapt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanpapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.