aanpappen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpappen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈampɑpə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·pap·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en pappen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanpappen |
papte aan |
aangepapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanpappen
- (spreektaal) (pejoratief) in ~ met: (uit opportunisme, met een verborgen agenda) contact aanknopen met iemand
Gangbaarheid
- Het woord aanpappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanpappen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.