aanpapten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpapten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈampɑptə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·pap·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanpappen

aanpapten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanpappen
    • ...dat wij aanpapten. 
    • ...dat jullie aanpapten. 
    • ...dat zij aanpapten. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanpapten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.