aanplakbiljetten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanplakbiljetten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈamplɑɡbɪlˌjɛtə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·plak·bil·jet·ten

Zelfstandig naamwoord

deaanplakbiljettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanplakbiljet
     Een foto op de aanplakbiljetten misschien .[1]
     Je moest wel moedwillig onnozel zijn om ook maar een fractie te geloven van wat er op de aanplakbiljetten werd beweerd.[2]
     Ze kwinkeleerden en paradeerden als paradijsvogels voor de aanplakbiljetten van hun show en probeerden voorbijgangers folders in de hand te drukken.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord aanplakbiljetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Håkan Nesser
    “Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048
  2. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
  3. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.