aanplakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanplakte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈamplɑktə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·plak·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanplakken |
aanplakte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanplakken
- ... dat ik aanplakte.
- ... dat jij aanplakte.
- ... dat hij, zij, het aanplakte.
- ... dat ik aanplakte.
Gangbaarheid
- Het woord aanplakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.