aanploeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanploeg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·ploeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanploegen |
aanploeg
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanploegen
- ... dat ik aanploeg.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanploeg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.