aanploegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanploegen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·ploe·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanploegen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanploegen
ploegde aan
aangeploegd
zwak -d volledig
  1. door ploegen iets aan een stuk land toevoegen
  2. door ploegen aarde meer naar het midden van een akker verplaatsen
  3. doorgaan met ploegen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanploegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.