aanrommelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrommelt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanrɔməlt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·rom·melt

Werkwoord

vervoeging van
aanrommelen

aanrommelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen
    • ... dat jij aanrommelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen
    • ... dat hij aanrommelt. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanrommelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.