aanrommelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrommelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanrɔmələ(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·rom·me·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanrommelen
rommelde aan
aangerommeld
zwak -d volledig

Werkwoord

aanrommelen

  1. onovergankelijk planloos te werk gaan
    • In het begin rommelde de band maar wat aan. 
    • Bij deze tekst heb ik nog maar een stuk aangerommeld (klungelig toegevoegd) 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanrommelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.