aanruk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanruk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanrʏk / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ruk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanrukken |
aanruk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrukken
- ... dat ik aanruk.
Gangbaarheid
- Het woord aanruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.