aanrukte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrukte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanrʏktə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ruk·te

Werkwoord

vervoeging van
aanrukken

aanrukte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanrukken
    • ... dat ik aanrukte. 
    • ... dat jij aanrukte. 
    • ... dat hij, zij, het aanrukte. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanrukte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.