aanschiet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanschiet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansxit/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·schiet

Werkwoord

vervoeging van
aanschieten

aanschiet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschieten
    • ... dat ik aanschiet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschieten
    • ... dat jij aanschiet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschieten
    • ... dat hij aanschiet. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanschiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.