aansjor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansjor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanʃɔr / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·sjor
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aansjorren |
aansjor
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansjorren
- ... dat ik aansjor.
Gangbaarheid
- Het woord aansjor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.