aansmeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansmeerde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansmerdə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·smeer·de

Werkwoord

vervoeging van
aansmeren

aansmeerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aansmeren
    • ... dat ik aansmeerde. 
    • ... dat jij aansmeerde. 
    • ... dat hij, zij, het aansmeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord aansmeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.