aansprekers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansprekers    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈansprekərs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·spre·kers

Zelfstandig naamwoord

deaansprekersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreker

Gangbaarheid

  • Het woord aansprekers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.